Als er problemen, vragen verschijnen die we niet zomaar kunnen oplossen of beantwoorden, dan moeten we er mee leven. Hoe doe je dat?
Een probleem is bijvoorbeeld wat ik maar even de corona-crisis noem. Allerlei soorten en gradaties van ongemak en onbehagen cirkelen rond dit verschijnsel. Eén van de thema’s die in deze tijd naar voren komt is hoe je je verhouden moet tot de dood en de sterfelijkheid. In tijden van voorspoed hoef je je daar niet mee bezig te houden. Maar nu ontkom je er bijna niet aan.
Vandaag las ik een interview met psychiater Boudewijn Chabot (79) op de NRC-nieuwssite. Hij vindt het tijd dat we anders over de dood gaan denken en volgens hem is het niet goed het zo krampachtig buiten de deur te houden. “Sterven hoort bij het leven, dat is wat we weer moeten leren aanvaarden.” Als je ziet hoe ongehoord groot de inzet is om zwakkeren en ouderen in leven te houden, zegt hij, dan zit de samenleving op een verkeerd spoor.
Het wordt tijd dat de ouderen zich gaan opofferen voor de jongeren
Maar meer besmettingen leiden tot overbelasting van de ziekenhuizen? (vraagt de interviewer)
Daar moeten we ook mee ophouden, met dat idiote koersen op het aantal patiënten op de IC, ten koste van alle zorgmedewerkers, die al maanden op hun tandvlees lopen, en ten koste van patiënten met een andere levensbedreigende ziekte. Het aantal IC-bedden moet terug naar het normale niveau. Als ze vol liggen, krijgen jongeren voorrang op de ouderen.
Chabot haalt de huidige dichter des vaderlands aan, Lieke Marsman (30). Ze is ongeneeslijk ziek en schreef onlangs dat ze in deze tijd wel stem wil geven aan ‘dor hout‘ in onze samenleving.
Ja, misschien kan ik juist, en dat hoop ik, ook een soort positieve rol spelen. Het is een tijd van ziekte, en alle zieke en zwakke mensen zijn het afgelopen jaar nagenoeg afgeschreven, als ‘dor hout’. Nou, dorder dan ik op dit moment ben kan eigenlijk niet, maar dat betekent niet dat ik geen ambities meer heb, geen dromen. En zoals ik zijn er in Nederland duizenden mensen. (NRC)
Chabot vindt het ontroerend, maar onterecht, want zij is nog jong.
De dood accepteren als je zo jong bent? Ammehoela. Zij is de bloem aan het dorre hout van de toverhazelaar in het voorjaar. Mensen van mijn leeftijd, ja, die beginnen dorrig te worden.
En zo proberen deze twee mensen met woorden, beelden, verhalen een zin te geven aan zoiets onbeheersbaars als de dood. Het is een taalvaardigheid die iedereen zich zou moeten eigen maken om door deze ingewikkelde, problematische tijden heen een eigen weg te vinden. Laten we die verhalen aan elkaar vertellen.
zo is het. Leven en dood zijn vragen waar je niet even gemakkelijk de weg in weet als met het omgaan met je dagelijkse sores.Een eigen weg zoeken en toch ook samen met de anderen.
Ik zie weinig weinig ’taalvaardigheid’ in dit in mijn ogen botte taalgebruik. ‘Dor hout’ gebruiken als metafoor zet de boel op scherp, maar je kan morele dilemma’s (wie van de 2 patienten krijgt dat ene bed op de ic?) toch ook op een respectvolle manier verwoorden? Dat lijkt me een grotere vaardigheid! Waarom pleit je hiervoor?
De vaardigheid die ik zie en waardeer is dat beide genoemde mensen een poging doen om woorden te geven aan het moeilijke onderwerp van sterven, dat bij het leven hoort. Ik vind het beeld ‘dor hout’ ook wel bot, maar de dood is zelf eveneens bot. En de keuzes die in een ziekenhuis misschien gemaakt moeten worden (wie van de twee patiënten?) zijn ook gruwelijk. Daarom wordt dat wel het ‘zwarte scenario’ genoemd. Ook moeilijk om over te praten. Ziekenhuispersoneel wil namelijk niet voor die keuze komen te staan. Maar misschien wordt die situatie toch eens realiteit.
De taalvaardigheid zit wat mij betreft vooral in de moed om iets, de sterfelijkheid van mensen, ter sprake te brengen terwijl alle aandacht in de maatschappij gericht lijkt op het tegenovergestelde, het bestrijden van het virus om zo lang mogelijk te blijven leven.
Wat ik ook een taalvaardigheid vind is dat je bijvoorbeeld over ‘dor hout’ spreekt als je over jezelf spreekt. En dat je er voor waakt om een dergelijke uitdrukking niet te gebruiken voor groepen mensen. Bijvoorbeeld: oude en kwetsbare mensen zijn als dor hout. Dan sleep je met dat beeld allerlei associaties mee: dor hout moet opgeruimd worden. Taalvaardigheid is: ga met oude mensen praten om te horen hoe zij, ieder voor zich, over hun ouderdom denken in relatie tot wat er nu in onze samenleving aan de hand is met corona. Dan kun je met goede vragen stellen en luisteren horen wat de verhalen en beelden zijn van deze mensen.
Als Chabot zegt: “Het wordt tijd dat ouderen zich gaan opofferen voor jongeren”, dan doet hij een algemene uitspraak. Hij houdt het niet bij zichzelf alleen. Maar ik denk dat hij dit zegt omdat zijn eigen standpunt – ik wil niet van de IC gebruik maken als ik corona krijg – zo tegendraads lijkt. Niemand heeft het daarover. Alles wijst de andere kant uit. Ik denk dat hij een tegenverhaal, een tegenstem op gang wil brengen. Dat vind ik moedig.
Een volgende keer zal ik erop ingaan wat er gebeurt als je van individuele beelden naar groepsbeelden gaat.
Nou, bijna een nieuwe blog erbij.