Op zaterdag 27 november schreef Cees van der Laan, de hoofdredacteur van Trouw, een interessante reflectie op een gesprek dat onlangs plaatsvond. Het was een gesprek tussen Femke Sleegers en Rosanne Rootert, initiatiefnemers van Reclame Fossielvrij, hijzelf en de uitgever Philippe Remarque. Sleegers en Rootert hadden Trouw opgeroepen geen reclames meer op te nemen van bijvoorbeeld Shell. Dat bedrijf voert een duurzaamheidscampagne, maar blijft intussen een enorme vervuiler.
Het gesprek leek eerst in gebaande wegen te verlopen. Enerzijds de initiatiefnemers: Hoe kunnen jullie pagina’s vol schrijven over de klimaattop in Glasgow en de zorgen over de toekomst van de wereld en tegelijk dit soort verdachte advertenties opnemen? En anderzijds de krant zelf: Dit is een belangrijk deel van ons verdienmodel. Daarbij doen wij ons uiterste best om neutraal te blijven. Die waarde verdedigen wij om geloofwaardig voor onze lezers te blijven.
Dan volgt iets verrassends, wat mij betreft. Een citaat uit de reflectie van de hoofdredacteur:
Sleegers en Rootert wezen ons erop dat Trouw en eigenaar DPG Media verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de uitstoot die onze lezers veroorzaken als de advertenties hen beïnvloeden in hun koopgedrag. Zo bepaalde de rechter in de recente Shell-zaak dat het concern medeverantwoordelijk kan worden gesteld voor de uitstoot van klanten die brandstof kopen. In dit vonnis werd Shell verplicht het Klimaatakkoord van Parijs na te leven.
Het verrassende is vooral de uitgever besluit hier serieus, op directeursniveau, over in gesprek te gaan. Ik vroeg mij af: Wat heeft Remarque hiertoe bewogen? Was het berekenend, want hij wil wellicht geen partij worden in een rechtszaak die misschien nadelig voor hem uitpakt? Of is hij zijn ziel geraakt door de bevlogenheid van deze twee initiatiefnemers? Cees van der Laan noemde het een ‘openhartig gesprek’ en ik kies voor de tweede optie. Wat denk jij?
Inderdaad verrassend! Maar tegelijkertijd dubbelzinnig: wat motiveert de hoofdredacteur tot het uiten van deze “bekentenis”??
Goede vraag Hermanus, inderdaad. Met daarbij van mijn kant de vraag: Hoe zou je daar achter kunnen komen? Je hebt dan met de drijfveren, het innerlijk, de ziel van de hoofdredacteur te maken. En daar hebben wij, buitenstaanders, geen directe toegang toe. Wij hebben alleen zijn column, zijn overige schrijf-activiteiten. We zouden ze met elkaar kunnen vergelijken. Want zijn ziel, zijn binnenwereld, uit zich in zijn taal, zijn redactionele teksten. We zouden het hem ook rechtstreeks kunnen vragen: Wat motiveert je? Maar dan krijgen we ook weer een tekst.
Ik beschouw het van mijn kant uit als een keuze: ik wil hem vertrouwen. Ik vertrouw erop dat zijn voorzichtig positieve oordeel over dit gesprek, waar hij over schreef, oprecht is.
Overigens realiseer ik me nu dat je die vraag ook aan mij kunt stellen. Wat motiveert mij om deze bekentenis te doen? Maar goed, die vraag stel je niet.