In de weekenduitgave van mijn dagblad, Trouw, stond een interview met Mattias Desmet, hoogleraar klinische psychologie uit Gent, over zingeving. Mij interesseerde wat hij zei over zingeving, of beter nog: het gebrek aan zingeving in onze samenleving. Vragen als ‘Wie ben ik?’ of ‘Waarom besta ik?’ zijn binnen het wetenschappelijk wereldbeeld op de achtergrond geraakt. En in het dominante wetenschappelijke, rationele verhaal raakt de ziel in de verdrukking. Hij kijkt naar zijn eigen land:
“In België werden jaarlijks 300 miljoen doses antidepressiva geslikt, een groot deel van de beroepsbevolking heeft het idee dat hij een ‘bullshit-job’ vervult, en we waren getuige van een burn-outepidemie.”
Zo’n maatschappij, stelt Desmet, is vatbaar voor verhalen die één oorzaak van angst benoemen en zo een vijand creëren die vernietigd moet worden, in dit geval het coronavirus. (…) “Met blikvernauwing als gevolg. Als je binnen het dominante verhaal staat, lijkt de logica ervan te kloppen: we worden geconfronteerd met ziekenhuizen die vollopen, we moeten in lockdown tot een vaccin ons verlost.”
Voor Nederland zal zoiets eveneens opgaan, denk ik. Ik las dit weekend ook een interview met Jaap van Dissel van het RIVM. De vragen gaan over de effecten van de lock-down maatregelen zoals de avondklok. Van Dissel:
“Het kan dat de avondklok ook de opvolging van andere maatregelen heeft verbeterd. Dan heb je ook een gewenst effect. Het gaat uiteindelijk om de bundel maatregelen. We kunnen die niet uit elkaar trekken en voor elke maatregel het unieke effect vaststellen. Maar als de avondklok en de bezoekregeling helemaal geen effect hadden gehad, dan zaten we volgens de prognose nu in een redelijke steile lijn omhoog.” (NOS site)
Deze manier van spreken (“We zitten in een steile lijn omhoog.”) lijkt mij een voorbeeld van het dominante, wetenschappelijke verhaal in onze samenleving. Met z’n allen strijden tegen het virus. Maar mensen ervaren, zeker na de eerste golf vorig jaar, dat dit niet het enige verhaal is. We geven op onze eigen manier betekenis aan wat er in ons leven gebeurt. Het zou goed zijn als we naar die verhalen leren luisteren, zo stelt Desmet. Wat betekenen deze maatregelen voor jou? Hoe gaat jij ermee om?
Het lijkt soms ook wel of we het ‘nodig hebben’ om iets op een andere manier te zeggen dan gangbaar is. Anderen nemen dat dan graag weer over, misschien wel om zich met de initiatiefnemer te kunnen identificeren. Daaruit ontstaat soms – al dan niet tijdelijke – taal als mooie toevoeging, een andere keer doorstaat het de tand des tijds niet. In de omgeving waar ik op het ogenblik werk zegt niemand meer dat hij of zij iets tot de essentie wil terugbrengen, nee, we “slaan het even plat”. Niemand zegt daar bijna meer dat iets op tijd afgerond moet zijn, gangbaarder is het om “iets op tijd achter de hekken te hebben”. Tot slot de invloed van het Engels: zelfs mijn dagblad, de Volkskrant, sprak vorige week over “het maken van beslissingen” waar we die ‘vroeger’ nog gewoon “namen”. Wel een prachtig fenomeen de dynamiek van taal…
Interessant Sjoerd dat je die vernieuwingen waarneemt, in je werkomgeving en in je krant. Je bent een soort taal-trendwatcher. Heb je ook een idee bij de achtergrond van de veranderingen? Je noemt als voorbeeld het ‘maken van beslissingen’. Dat komt uit het Engels. Maar waarom zouden we dat überhaupt zo zeggen? Schuilt er ook ergens een verandering in het besluitvormingsproces zelf, waardoor dit nieuwe taalgebruik bij ons (de Volkskrant) een kans krijgt?
Het ontkennen van ziel en geest leidt ook tot uitspraken als ‘na de dood is er niets’. Ook het ‘lijden’ proberen we uit ons vocabulaire te schrappen. Een pilletje kan toch eigenlijk alles ‘oplossen’. Ik hou van het woord geest=wie zegt dit? en het woord ziel=wat betekent dit? Ja zingeving als levenskunst is met dit alles verbonden
Wat die pillen betreft, die zijn denk ik een uitdrukking van een heel sterk dominante materiële reductie van het mens-zijn. Dat bedoel jij denk ik ook met ‘na de dood is er niets’. We zijn hier op aarde in wezen niet meer dat een tijdelijke configuratie van een bio-chemische bestanddelen. Dat repareren we als er fouten in zitten. Zo gezien is zingeving inderdaad ver te zoeken.
Diezelfde Mattias Desmet vertelde in dat interview (het laat volgens mij de werking van de dominante waarden zien):