Het afgelopen weekend las ik in de zaterdageditie van Trouw een uitgebreid interview met mr. B. J. van Ettekoven. Hij is voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wat de voorzitter van dit hoogste rechtsorgaan zei vond ik boeiend. Hij vond het, na het harde oordeel in het Tweede Kamer rapport ‘Ongekend onrecht’, belangrijk om aan zelfonderzoek te gaan doen. Want de kritiek gold ook de Raad van State.

Dit soort kritiek gebeurt niet vaak. De Raad heeft onvoldoende bescherming aan de burgers geboden.

De laatste zinnen uit dit interview bleven nog wat in mijn gedachten.

“Verder hebben we intern gereflecteerd op de vraag waarom het zo is gelopen en hoe het beter kan. We willen in gesprek met de rechtbanken, met de Belastingdienst, met de andere spelers in de rechtsstaat. We moeten hiervan leren. Maar allereerst, als de ouders dat op prijs stellen, willen we hen graag ontmoeten samen met hun advocaten en naar hen luisteren. Gewoon op onze handen zitten en luisteren. Dat is essentieel.”

Vooral die uitdrukking ‘Gewoon op onze handen zitten en luisteren’ treft mij. Die handen zijn symbool voor het aspect van de wil in de menselijke ziel. Als je naar iemand luistert wil je al snel er iets van vinden, interpreteren, verklaren, corrigeren, vergelijken, beschuldigen, verontschuldigen, moraliseren, helpen, enzovoort. Het blijkt in de praktijk zó verdraaid moeilijk om een ander aan te horen en dan niet te denken of te zeggen: “Ja, maar ….”

Met name de mensen van de Raad van State, die juist als missie hebben om oordelen te vormen en uit te spreken: als die eens even op hun handen gaan zitten! Dat zal moeilijk zijn. Maar als het wel lukt, dan is dat oh zo waardevol. Ik hoop dat dit gaat gebeuren.

2
0
Je reactie op deze blog is van harte welkom.x

Pin It on Pinterest

Shares
Share This