Vanmorgen stond ik te strijken. Het is mijn wekelijkse klusje dat ik niet leuk vind om te doen. Het is saai, maar ik beschouw het als mijn kleine bijdrage aan een goed lopende huishouding. Terwijl ik dat deed luisterde ik naar een podcast. Pieter Omzigt en Renske Leijten werden geïnterviewd door Twan Huys. Natuurlijk over de toeslagen affaire.
Het viel mij op dat Pieter Omzigt vooral in het begin heel rustig sprak, met weinig stemverheffing. Maar het duurde niet lang en toen werd het een beetje spannend. Want Twan Huys vroeg naar namen: “Hebben bewindslieden jou gebeld om in te binden? En wie? Vind je dat bewindslieden hun verantwoordelijkheid moeten nemen? En wie? Wobke Hoekstra bijvoorbeeld, CDA minister van Financiën en partijleider?”
Omzigt, zelf ook CDA-er, raakte geïrriteerd door dit soort vragen. Hij vond dat alle energie gericht moest worden op recht doen aan de zwaar gedupeerde ouders. Maar de journalist Huys leek vooral geïnteresseerd in het spannende politieke spektakel. Zeker met de verkiezingen in maart 2021 op komst. Omzigt begon met meer stemverheffing te spreken.
Volgens mij houdt Twan Huys van spanning en zoekt hij dat met zijn vragen ook op. Dat levert interessante televisie op. En ik denk dat Pieter Omzigt eigenlijk meer van saaie politiek houdt, want die is betrouwbaar. Maar bijvoorbeeld de toeslagen affaire levert tot zijn spijt spannende politieke debatten op. Niet omdat die interessant zijn, maar omdat het om recht en onrecht gaat. Dat is zijn kleine bijdrage aan een waardige samenleving.
Misschien zegt de ziel van de door een individu gebruikte taal ook veel over de ziel van dat individu en moet Pieter Omtzigt de eerste zijn om blij te zijn dat hij de verkiezing tot partijleider van het CDA niet gewonnen heeft.
Zeker, het is voor mij een uitgangspunt van dit ‘bloggen’ dat de ziel van de taal iets zegt over de gebruiker ervan. Ik vermoed dat die zelfs heel dicht bij elkaar liggen. En wat Pieter Omzigt betreft, ik hoop dat hij vooral deze bezieling blijft houden, welke rol hij verder ook vervult.