Kijk eens naar het taalgebruik rondom het woord vertrouwen. De afgelopen dagen was het in de discussie over de vastgelopen kabinetsformatie voortdurend aan de orde. Het vertrouwen is weg. Het ligt aan scherven, is geschaad, afgebrokkeld, geschonden, beschaamd. Dit betrof de relatie van Kamerleden met demissionair premier Rutte, maar ook de relatie van burgers met de politiek, de overheid.
Aan het einde van het debat afgelopen donderdag werd een motie van afkeuring ingediend tegen Rutte. De reactie daarop lees ik op de NOS nieuwssite.
“Ik heb de boodschap gehoord en neem hem zeer ter harte”, reageerde Rutte kort op de stemmingen na het debat. Rutte zei zijn “stinkende best” te gaan doen om het vertrouwen terug te winnen. Hij acht zichzelf nog altijd geloofwaardig, “anders zou ik het niet doen”. “Ik zou hier niet staan als ik zelf niet overtuigd was van mijn visie op de gang van zaken.” (NOS, 2-4-2021)
Achter de motie van afkeuring zie ik een kenmerk van vertrouwen dat niet snel benoemd wordt. Vertrouwen, zo is de zegswijze, kun je namelijk geven of schenken. En je kunt het ook krijgen of ontvangen. Ik zie het zo dat de indieners ervan, Kaag en Hoekstra, impliciet erop vertrouwen dat dit Rutte tot bezinning zal brengen. Ze hopen dat. En om het in de termen van deze Paastijd te zeggen: Rutte ging als het ware ten onder in dit debat. Hoe zal hij straks opstaan?
Op een vraag van PvdD fractievoorzitter Ouwehand naar wat Kaag dacht dat van deze motie de consequentie zou moeten zijn, liet deze de ruimte aan Rutte. Ik vind dat hier vertrouwen geschonken wordt. Kaag zei: “Als deze motie mij zou betreffen zou het mij ten diepste raken. Ik zou hier mijn consequenties uittrekken.” Maar zij is Rutte niet. Als ik de reactie van Rutte aandachtig lees en overdenk (zie NOS tekst hierboven) lijkt het erop dat hij vooral zichzelf vertrouwt, mede op basis van de verkiezingsuitslag. Niet zozeer dat hij het vertrouwen ontvangt dat Kaag en Hoekstra hem schenken. Maar we zullen het zien.
Beste Klaas,
Scherpe analyse ! Het zelfvertrouwen van Mark Rutte is niet aan het wankelen gebracht. Dat kwalificeert hem als een capabele leider. Wanneer hij daadwerkelijk laat zien een andere bestuurscultuur te willen introduceren zou hij mijn vertrouwen kunnen terugwinnen hoewel ik zijn liberale visies niet deel.
De kern zit volgens mij in wat jij ‘daadwerkelijk’ noemt. Als hij bijvoorbeeld zou zeggen: ‘Ik ga regelen dat ik geen voorkennis meer kan hebben t.o.v. andere kamerleden en ik laat eind volgende week aan de kamerleden zien hoe ik dat geregeld heb.’, dan zou dat inderdaad een begin zijn. Want hij zet dan een concrete navolgbare stap.