Mark Rutte is de afgelopen weken bij zichzelf te rade gegaan over bestuurlijke vernieuwingen die er moeten komen. Deze bezinning kwam voort uit de vertrouwenscrisis die zichtbaar werd op 1 april. Toen was er een lang en heftig debat tussen de Kamer en het demissionaire kabinet. Daar kwamen moties van wantrouwen en afkeuring uit voort.
Rutte heeft diep nagedacht, zei hij zelf, en zou met radicale plannen komen. In een interview in Nieuwsuur afgelopen maandag vertelde hij er iets over. Dagblad trouw stipt het aan. Een kort citaat:
Zo moet het afgelopen zijn met het wekelijkse coalitieoverleg, waarin politieke problemen in de kabinetten Rutte jarenlang werden voorgekookt en gladgestreken. De ministerraad moet de kwesties als eerste bespreken. “Desnoods van tien uur tot tien uur ’s avonds”, aldus Rutte. Ook komt er als het aan hem ligt een einde aan akkoorden met maatschappelijke organisaties in ‘overlegtafels’, zoals het Klimaatakkoord, waarmee de Kamer slechts had in te stemmen. (Trouw, 11 mei)
Maar hoe radicaal is dit? Uit de eerste reactie van de Nieuwsuur interviewer Mariëlle Tweebeeke lijkt de verwachting te zijn: het moet om veranderingen gaan die geheel nieuw zijn. De oude bestuurscultuur moet plaatsmaken voor een nieuwe. Dus Rutte stelt bijvoorbeeld een vernieuwde werkwijze van het kabinet voor (zie citaat hierboven).
Op basis van ditzelfde woord ‘radicaal’ kijk ik er op een andere manier tegen aan. Oorspronkelijk betekent het grondig, wat onder de grond zit, zoals de wortel (Latijn: radix) van een plant. Als je kijkt naar wat iemand doet als naar iets oppervlakkigs (op de vlakte), als naar iets wat ‘bovengronds’ is, zichtbaar dus, dan zijn vragen voor een radicale bezinning: Wat zit er onder dit gedrag? Wat voedt deze activiteit? Wat stuurt deze handeling? Dit soort vragen gaan over wat niet direct zichtbaar is, maar wel van wezenlijk belang.
Uit het interview in Nieuwsuur leek het vooral te gaan over andere vormen, nieuwe stijlen van vergaderen. Maar zo raakte mijns inziens de ziel uit het gesprek want het bleef aan de oppervlakte. Radicaal zou daarentegen juist zijn om je af te vragen: Welke morele drijfveren zitten er achter regeringsbesluiten? Wat is het diepere verhaal achter een koerswijziging?
Deze week volgt er nog een parlementaire discussie in de Kamer over de voorstellen van verkenner Tjeenk Willink. Hoe radicaal zal die discussie zijn? Ik schrijf er eind deze week een vervolg-blog over.
Helemaal mee eens Klaas ! Rutte richt zich op alles wat er gedaan moet worden om de economie weer op gang te brengen. Echte aandacht voor de verhouding kabinet- kamer/ uitvoeringsinstanties- burgers / coalitiepartijen- oppositiepartijen lijkt er niet te zijn.
Naar aanleding van jouw reactie, Dick, dacht ik bij mezelf dat het wel duidelijk is dat Rutte de economie weer op gang wil brengen. Dat vind ik zelf ook belangrijk. Maar wat onbesproken blijft – en daar zit het niet-radicale van het gesprek op Nieuwsuur – is dat in de manier van het land besturen, de kwaliteit van de uitvoeringsorganisaties, het goed functioneren van het rechtssysteem, van onderwijs, wonen, zorg, gemeenten, enz niet lijken mee te tellen. Of eingelijk lijkt de wortel van deze bestuurscultuur onder Rutte er een te zijn van econmisch denken: het moet rendabel zijn en de kosten (onkosten, verliesposten) zo laag mogelijk. Ik zou Rutte willen bij wijze van spreken wel willen uitdagen: Zeg dat toch gewoon, als dat eigenlijk je visie is! Dat zou wat mij betreft radicaal zijn. Maar op de één of andere manier komt dat bij hem niet ter sprake.
Voor mij hoeft hij niet te veranderen of zichzelf opnieuw uit te vinden. Maar wel als bestuurder van de regering vertellen wat er in zijn ziel leeft.
Radicaal in de betekenis van de onderliggende motieven, wat voedt, stuurt het gedrag/ handelingen. Zijn dat niet ook beginselen? Dus dat wat je van waarde vindt. Zoals transparantie, controleerbaarheid en het betrekken van de leden van de tweede kamer. Het zijn te grote begrippen om ervaarbaar te worden. Daar is een vertaling voor nodig naar de concrete werkelijkheid. En daar zijn vormen voor nodig. Het radicale zit volgens mij in de draai die hij maakt van beslotenheid en gecontroleerd werken naar Kamerleden mee laten discussiëren en zich laten controleren o.a. door meer en eerder informatie te verstrekken. Allemaal zaken waar al tot in den treure over gesproken is. Daarom is het zeker niet radicaal in de betekenis van anders denken dan de meesten doen. En dat is volgens mij ook de kracht van Rutte. Hij sluit aan bij de veranderde kijk op het politieke handwerk. En dus kan hij prima een vierde kabinet Rutte gaan leiden?
Dag Quinten, je gebruikt het wat oude woord ‘beginselen’. Dat vind ik een mooi woord, want dat is waar het allemaal mee begint. Daar hoort bijvoorbeeld bij dat je je afvraagt: Waarom doen we dit eigenlijk? Wat was ons uitgangspunt ook alweer? Waar was het ons om begonnen? Omdat het een beginsel is gaat het er vaak niet over, blijft het verborgen achter alle activiteiten en programma’s.
Voor regering en parlement zou ik zelf zeggen dat het beginsel moet zijn: Het is ons erom begonnen om het volk te dienen, om voor een waardige en menselijke samenleving voor iedereen te zorgen.
En daar hoor ik Rutte niet over. Hij pleit voor meer openheid en eerder anderen betrekken bij beraadslagingen. Maar dat zijn vormen, veranderingen aan de oppervlakte, als ik het zo mag zeggen. Zoals jij zegt, daar is al lang over gesproken. Radicaal (diep, principieel, vanuit het beginsel) zou het zijn als Rutte zélf ook meer open zou zijn. Maar hij deed zijn zelfreflectie juist in zijn eentje. En hij passeerde de nationale ombudsman met zijn plan voor een orgaan tussen overheid en burger. En hij koos voor Nieuwsuur in plaats van de kamer omdat hij zei als VVD-leider te spreken en niet als (demissionair) minister-president. Dit maakt hem (voor mij in ieder geval) vrij ongrijpbaar.
Ik verdenk Mark Rutte ervan, juist omdat hij zich niet radicaal uitspreekt, dat zijn verborgen beginsel is: de samenleving is een soort markt, iedereen komt voor zijn/haar eigen belang op en laten we elkaar zo weinig mogelijk lastig vallen. Zo kan hij zeker Rutte IV gaan leiden, dat zal hij ook goed kunnen. Maar wie dient deze volgende regering dan?
Klaas, jouw vragen bij het woord radicaal gaan over de drijfveren bij inhoudelijke kwesties. Zeker, daar moet het over gaan. Maar ook nu het over vormen en structuur gaat, kunnen radicale vragen gesteld worden: wat drijft Rutte ten diepste om te kiezen voor de vormen die hij hanteerde. Van welke diepste motivaties wil hij dan nu afscheid nemen als hij (bovengrondse) vormen, procedures en structuren (als achterhaald) in de ban doet. Dan was het gesprek misschien wel gegaan over zijn angst om controle te verliezen, angst voor tegenmacht, onzekerheid om met de consequenties voor burgers geconfronteerd te worden…
Wat jij schrijft, Sjoerd, is precies het radicale waar ik ook op probeerde te wijzen. Ik vermoed daarbij ongeveer hetzelfde als wat jij suggereert, nl. dat het wel eens angst zou kunnen zijn om met de consequenties van keuzes geconfronteerd te worden. Rutte heeft al een aantal keren gezegd dat hij niet met een visie wil werken. Maar dat vind ik oppervlakkig gesproken. Radicaal zou zijn als hij zijn – volgens mij – neoliberale visie expliciet zou maken en daarbij eerlijk zou zijn over de gevolgen daarvan, nl. bij wie in onze samenleving de baten en bij wie de lasten van deze visie terecht komen. Zo stond er gisteren een voorbeeld in de krant van een bestuursrechter die ook moeder is en in die rol met de familierechtspraak in aanraking kwam. Zij raakte er de weg volledig in kwijt. Ongekend onrecht noemde ze het, net als bij de kindertoeslagaffaire.
Radicaal zou het bijvoorbeeld zijn als Rutte concreet, duidelijk zou zeggen: dit is mijn visie op de vormgeving van rechterlijke macht in Nederland en dit zijn daar de consequenties van voor de burgers! Zie jij dat gebeuren?
Het zou al een mooie ‘radicale’ stap zijn als Rutte duidelijker gaat maken in welke fundamentele keuzes inhoudelijke visie is verankerd (anders gezegd: hoe dat geworteld is). Want keuzes maken betekent dat niet iedereen blij gemaakt wordt. Ik denk zo maar dat Rutte die consequenties graag uit de weg gaat. Hij wil naar iedereen kunnen glimlachen. Maar dit is nog steeds allemaal: ínhoud.
Daar waar bestuurlijke vernieuwing wordt gepredikt, gaat het over hóe tot visie- en besluitvorming wordt gekomen, gaat het over structuren, vormen en procedures. Wekelijks coalitieoverleg, fractiediscipline en thematafels om besluitvorming voor te bereiden. Eén tandje dieper als het om radicale ideeën van Rutte gaat, is wat Rutte persoonlijk los moet laten om daarin dingen anders te gaan doen. Veel van zijn manier van werken kon wel eens terug te voeren zijn op persoonlijke drijfveren, angsten en mate van bereidheid om kwetsbaar te zijn. Dit laatste is – vermoed ik – waar collega’s, kamerleden en burgers de connectie met Rutte verliezen en waarlangs hij tegelijkertijd vertrouwen moet terugwinnen..