‘Geestelijk verzorgers zien mensen stilvallen.’ Dat is de titel van een artikel op de NOS-site vandaag, die me aansprak. Vooral vanwege het woordje ‘stilvallen’. Het vallen geeft aan dat je er weinig aan kunt doen, het overkomt je, je ondergaat het. Het suggereert ook dat mensen dit niet willen, maar het gebeurt blijkbaar toch. Voorbeelden van stilvallen in dit artikel, zijn: thuis moeten blijven, niet meer mee doen aan activiteiten, gebrek aan perspectief, niemand meer aanraken, geen afscheid kunnen nemen van gestorvenen.
Dat ‘vallen’ heeft een diepe betekenis. Je valt op jezelf terug. Je valt met jezelf samen. Het leven en wat je ervan verwacht vallen tegen. Ja, je valt jezelf tegen. Het is alsof er geen bodem is om op te staan en daarom vallen mensen. Ze vallen niet om, ze vallen in een gat, in iets dat donker en leeg is.
Eén van de geestelijk verzorgers die geïnterviewd wordt in dit artikel is Etje Verhagen, werkzaam in de regio Zwolle. Wat ze zegt is herkenbaar.
Als geestelijk verzorger voelt Verhagen zich onthand, vertelt ze. “Normaal probeer ik mensen die eenzaam zijn te stimuleren contact te zoeken met anderen, en juist dat kan ik nu niet doen.” Verhagen komt in haar werk veel bij (ongeneeslijk) zieke mensen over de vloer. “Hun laatste levenswensen staan on hold. Een jonge vrouw met een korte levensverwachting, die herinneringen wil maken met haar kinderen bijvoorbeeld. Simpele dingen als naar een pannenkoekenhuis, dierentuin of terras.”
De uitdrukking ‘stilvallen’ in dit artikel zet me aan het denken. Ik hoor over hetzelfde verschijnsel in werksituaties, in bedrijven. Wat we voor elkaar zouden kunnen betekenen is om juist aan dat stilvallen een stem te geven. Het helpt als je elkaar bevraagt hoe het is om stil te vallen. In plaats van je in jezelf terug te trekken, keer je naar buiten en geef je woorden aan de stilte, de eenzaamheid, de somberheid. Dat is misschien niet fijn, want liever zou je iets doen (het tegenovergestelde van ‘onthand zijn’). Maar soms zit dat er gewoon niet in. Dan komt het erop aan dat we elkaar spreken en een zin geven aan wat zinloos lijkt.
Als ik teruglees wat ik hier heb opgeschreven klinkt het alsof ik zelf ook een beetje een geestelijk verzorger ben. Misschien is dat ook zo.
Mooi stuk, erg herkenbaar ook. Ik val ook een beetje stil de laatste tijd. Je hebt in deze blog vooral het ‘vallen’ gedeelte van stilvallen belicht. Ik ben benieuwd hoe je het ‘stil’ gedeelte van het woord zou omschrijven. Hoe zie jij dat?
Goeie vraag Carmen. Stil. Dat ervaar ik bijvoorbeeld als ik naar dat plaatje van die jongen kijk met zijn koptelefoon op. Hij luistert naar muziek denk ik. Dus voor hem zelf is het niet stil. Maar ik vind het stil als dat gebeurt omdat je ergens een beetje ongelukkig bent. En als je daar dan eigenlijk met niemand over praat. Of niemand vraagt er naar. Dan los je het maar voor jezelf op.
Zo zou ik die stilte willen omschrijven, dus vooral als je onderling ook een beetje uitgepraat bent.
Wat is het voor jou?
Stil betekent voor mij inderdaad ook uitgepraat zijn of niemand om mee te praten hebben, maar ook de afwezigheid van ‘levendigheid’.
Vandaag maakte ik een wandeling die ik vorige week zondag ook maakte. Afgelopen zondag liep ik langs hordes lachende en sleeënde ouders met kinderen, vrienden met snowboards en thermoskannen. Deze wandeling vond ik absoluut niet stil, hier heb ik zelfs heel erg van genoten, ondanks dat ik zelf niet in contact was met de mensen die ik zag. Vandaag kwam ik tijdens mijn wandeling misschien twee mensen tegen onderweg, ik knikte en glimlachte naar ze en ze knikten en glimlachten terug, toch was deze wandeling stil.
Ha Carmen, wat je beschrijft van je wandelingen vind ik wel een interessante waarneming. Die herken ik ook. Ik maakte afgelopen zondag twee wandelingen waarin eigenlijk hetzelfde gebeurde. In de ochtend zagen we ijspret op de vijver in het park en ’s middags liepen we langs de Kromme Rijn. Dat plezier dat mensen hebben en uitstralen kwam als het ware bij mij binnen en daardoor voelde ook dat plezier. Er was even verbinding. En de vriendelijke knikjes en “Hallo” uitwisselingen tijdens de middagwandeling gaven geen verbinding. Misschien bedoel je dat ook.
Een zielenzorger!
Dat is wel een mooi woord. Dat laat misschien beter dan ‘geestelijk verzorger’ uitkomen dat het mensen gaat die proberen hun geestelijke en lichamelijke leven in een goede verhouding te krijgen.